Adriaan Slob werd op 10 mei 1876 geboren te Giessen-Nieuwkerk als zoon van Wouter Slob en Hilligje Boer. Adriaan studeerde van 1889 tot en met 1895 aan het Christelijk Gymnasium te Zetten. Op 10 augustus 1895 legde hij het staatsexamen A met goed gevolg af. Hij ging daarna rechten studeren aan de Gemeentelijke en de Vrije Universiteiten te Amsterdam. Hij promoveerde tot doctor in de rechtswetenschap op stellingen op 9 juli 1900 aan de Gemeentelijke Universiteit. Op 8 augustus 1902 trad Slob te Zetten in het huwelijk met Maria Hillegonda Paulina Veenendaal, geboren te IJlst op 22 november 1875, als dochter van een vooraanstaand persoon op het gebied van het Christelijk onderwijs en auteur, nl. Evert Jacob Veenendaal, en van Hermina Hendrika Cochius. Adriaan Slob overleed na een ongesteldheid van enkele dagen op 28 januari 1945 en zijn echtgenote op 14 maart 1948. Mr. A. Slob startte zijn carrière als advocaat en procureur; van 1900-1908 oefende hij achtereenvolgens zijn praktijk uit in Gorinchem, Gouda en Rotterdam. Hij was tevens actief in de Antirevolutionaire Partij, wat resulteerde in een lidmaatschap van de Rotterdamse gemeenteraad en in 1923 tot dat van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Bij Koninklijk Besluit van 24 september 1908, nr. 56, werd hij benoemd tot burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer; elke zes jaar volgde zijn herbenoeming. In 1923 solliciteerde hij naar het burgemeesterschap van Dordrecht, echter zonder succes. Wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd werd hij per 31 mei 1941 eervol ontslagen als burgemeester van Haarlemmermeer. Als nevenfunctie vervulde hij van 1911-1917 het ambt van kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Haarlemmermeer. In 1934 werd hij benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau. Naast de genoemde activiteiten toonde hij zich een krachtig ijveraar voor de paarden- en ruitersport. Hij hield daartoe op diverse plaatsen lezingen en was betrokken bij manifestaties in binnen- en buitenland.