De afdeling had taken omtrent:
- de voorbereiding en behadeling van handels –en clearingovereenkomsten. Alle zaken betreffende handelspolitieke betrekkingen met het buitenland (inclusief internationale betalingsverkeer);
- overleg met het bedrijfsleven betreffende desiderata voor onderhandelingen met het buitenland;
- behandeling van compensatiezaken;
- rentetransfer;
- orders en aanbestedingen voor zover deze voor de handelspolitiek van betekenis zijn;
- de industriële en handelspolitieke verhoudingen met betrekking tot de overzeese gebiedsdelen;
- de behandeling van de handelspolitieke zijde van de Crisis-Invoerwet en van de Crisis-Uitvoerwet. De behandeling van alle vraagstukken die verband houden met andere wetten welke voor de handelspolitiek overwegend van belang zijn;
-contact met de Vaste Commissie van de Economische Raad voor de handelsverdragen.[1]