De afdeling had taken omtrent:
-behandeling van verzoeken tot goedkeuring van particuliere inrichtingen en tehuizen;
-controle op de naleving van gestelde voorwaarden bij goedgekeurde tehuizen;
-verstrekking van adviezen aan de leiding van inrichtingen m.b.t. opvoedkundige, organisatorische, administratieve en financiƫle problemen;
-bevordering van een doelmatige interne en externe differentiatie;
-advisering in gevallen van nieuwbouw en verbouw;
-controle op de verzorging van kinderen in niet goedgekeurde inrichtingen, van wie kosten van verpleging ten laste van het rijk komen;
-behandeling van verzoeken tot aanvaarding van particuliere instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij en patronage;
-toezicht op de naleving van de bij de aanvaarding gestelde voorwaarden;
-verstrekking van adviezen aan de instellingen;
-adviseren omtrent subsidiabele salarissen en bijkomende kosten van maatschappelijk werkers bij de instellingen, en subsidies voor diverse organisaties werkzaam op het terrein van de kinderbescherming.[1]