Behartiging van de belangen van de detailhandel, de grossiers, de kleine nijverheid, de ambachten, de kleine zelfstandigen, venters en marktkooplieden en het restaurant-, café- en hotelbedrijf in Nederland.
De Afdeling Middenstand had van 1937-1939 taken omtrent:
- middenstandszorg –en voorlichting; contact met de Middenstandsraad, andere adviserende colleges en de stands –en vakorganisaties;
- contact met het Economisch Instituut voor de Middenstand;
- borgstellingsfondsen voor kleine middenstanders;
- economische vraagstukken betreffende het venters –en marktbedrijf;
- vestigingsvraagstukken in verband met het kleinbedrijf;
- vraagstukken betreffende de detailhandel in het algemeen;
- uitvoering van de Wet op het Afbetalingsbedrijf, de Wet houdende regeling betreffende het uitverkopen en opruimen in het Winkelbedrijf, de Wet op het Handelsregister en de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor zover deze aan het ministerie is toevertrouwd;
- uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf.[1]
De afdeling is van 1939-1940 ingedeeld in drie bureaus en een onderafdeling.
1. Bureau Algemene Zaken
- Middenstandsvraagstukken van algemene aard;
- behandeling van economische vraagstukken met betrekking tot de middenstand, voorbereiding van wetsontwerpen en uitvoeringsmaatregelen betreffende de detailhandel, ambacht en kleine nijverheid alsmede de markt –en straathandel;
- contact met de Middenstandsraad en andere adviserende collega’s alsook met de stands en vakorganisaties;
- contact met het Economische Instituut voor de Middenstand;
- onderwijsvraagstukken voortkomend uit de toepassing van de Vestigingswet Kleinbedrijf, contact hierover met het Ministerie van Onderwijs;
- uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf voor zover het betreft vaststellen van de vestigingseisen; de Wet op het Afbetalingsbedrijf, de Wet op het Handelsregister en de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor zover deze aan het Ministerie van Economische Zaken is toevertrouwd, uitvoering van de Prijsopdrijvingswet.
2. Bureau Uitvoering Middenstandswetten:
- behandeling van aanvragen tot het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 1, lid 5, van de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937;
- behandeling van beroepschriften gericht tegen beslissingen die genomen zijn door de Kamers van Koophandel en Fabrieken in verband met de uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf, de Wet houdende regeling betreffende het Uitverkopen en Opruimen in het Winkelsbedrijf en de Wet op het Afbetalingsbedrijf;
- behandeling van aanvragen tot het uitreiken van bewijsstukken, waaruit het voldoen aan de ingevolgde Vestigingswet Kleinbedrijf vastgestelde vestigingseisen kan blijken;
- contact met de Kamers van Koophandel en Fabrieken en met de stands –en vakorganisaties;
- het geven van voorlichting en het verstrekken van inlichtingen betreffende de uitvoering van tijdelijke vestigingsverboden (uitgevaardigd door de Vestigingswet Kleinbedrijf) en de toepassing van de vestigingseisen.
3. Bureau Middenstandskredieten
- bestudering en behandeling van het krediet aan de Middenstand in het algemeen;
- voorbereiding van wetsontwerpen, specifieke kredieten aan de Middenstand betreffende;
- organisatie van en toezicht op de Borgstellingsfondsen;
- regeling van het Werktuigenkrediet;
- contact met de Commissie van Advies voor de borgstellingsfondsen en met de Commissie van Toewijzing voor het Werktuigenkrediet;
- contact met de Nederlandse Middenstandsbank N.V. en verdere instanties welke op het gebied van de financiële hulp aan de middenstand bewegen;
- distributie van uit de Middenstand ingekomen verzoeken om geldelijk hulp;
- behandeling van de financiële aangelegenheden van de Kamers van Koophandel.
4. Onderafdeling Centraal Distributiekantoor
- voorbereiding en uitvoering van maatregelen ter verzekering van een doelmatige distributie aan de consument van ingevolgde de Distributiewet 1939 als distributiegoederen aangewezen goederen;
- voorbereiding en uitvoering van maatregelen inzake hamsteren op grond van de Prijsopdrijvings –en Hamsterwet 1939;
- contact met de gemeentebesturen en de distributiediensten van de onderscheidene distributiekringen;
- het geven van voorlichting en het verschaffen van inlichtingen betreffende de uitvoering van de distributieregelingen en hamsterbepalingen;
- het uitschrijven van de toewijzingen, recht gevende op het kopen van distributiegoederen voor détaillisten, café’s, restaurants, gestichten, etc.[2]