De Afdeling Onderwijs had taken omtrent:
- de Rijks Hogere land-, tuin –en bosbouwschool met de daaraan verbonden instituten, de Rijkslandbouwschool, de Rijkszuivelschool, de Rijksland –en tuinbouwwinterscholen met de daaraan verbonden school –en proeftuinen;
- subsidies ten behoeve van het onderwijs in de landbouw, tuinbouw en houtteelt, waaronder begrepen zijn de vakscholen, de wintercursussen, de cursussen voor volwassenen en de landbouwcursussen voor miliciens;
- de eindexamens van de Rijkszuivelschool en de landbouwscholen, zomede de opleiding voor het afleggen van examens ter verkrijging van de akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar en lager onderwijs in landbouwkunde, tuinbouwkkunde en houtteelt;
- het verstrekken van toelagen aan hen die een of meer van deze examens met gunstig gevolg hebben afgelegd of zich daarvoor bekwamen, en aan hen die zich voor een betrekking bij de land- of tuinbouw voorbereiden.[1]