De afdeling Rijksstudietoelagen was belast met:
-Het voorbereiden en het uitvoeren van de regelingen inzake het verstrekken van studietoelagen (beurzen en renteloze voorschotten) aan studerenden;
-Het houden van toezicht op de studieprestaties;
-Het coördineren van steunverlening door Rijk, provincie, gemeenten en particulieren; de uitvoering van het Kon. besluit van 3 okt 1955, Stb. 453, de „Regeling bevordering studiezin onderwijzers 1958” en de „Regeling ter bevordering van de studiezin van de hoofdleidsters en leidsters bij het kleuteronderwijs”;
-Het regelen van de terugbetaling van genoten renteloze voorschotten;
-Het voorbereiden en uitvoeren van de regelingen inzake de vrijstelling van de terugbetaling van renteloze voorschotten.[1]