Haarlemmerliede lag tussen het Spaarne en de Liede aan het Spieringmeer en in het zuiden grensde het aan Zuid-Schalkwijk. Onder Haarlemmerliede wordt ook Noord-Schalkwijk begrepen. Dit laatst genoemde ambacht is vermoedelijk in de 15e eeuw bij Haarlemmerliede gevoegd. De bewoning in Haarlemmerliede en Noord-Schalkwijk had zich geconcentreerd aan de west- en oostzijde van de Liede en het Zuider Buiten-Spaarne. De dorpelingen leefden van de opbrengst van hun koeien en schapen en van het zgn. "vogelen" (d.w.z. vogels vangen). Er leefden ook vissers.