In Heemstede werd op 8 maart 1934 de Anti-Revolutionaire Jongeren Actie-club, kortweg ARJA-club, opgericht. De club kreeg op 22 maart 1935 de naam van de op 28 februari overleden staatsman Alexander Willem Frederik Idenburg (1861-1935). Omstreeks de jaarwisseling 1947/1948 veranderde de naam in Anti-Revolutionaire Jongerenstudieclub (ARJOS) A.W.F. Idenburg. In 1929 was al een landelijke overkoepelende jongerenorganisatie, de Anti-Revolutionaire Jongeren Actie, van de Anti-Revolutionaire Partij tot stand gekomen, die na de Tweede Wereldoorlog, op 16 oktober 1946, (her)opgericht werd onder de naam Nationale Organisatie van Anti-Revolutionaire Jongerenstudieclubs (ARJOS). De nationale organisatie stelde zich volgens haar statuten ten doel 'onder de jongeren van anti-revolutionaire huize, de liefde voor de Anti-Revolutionaire Partij en de kennis van haar beginselen en doel te bevorderen'. De ARJOS hield zich bezig met bezinning en vormgeving van christelijke politiek o.a. door het organiseren van studiebijeenkomsten, die gewijd waren aan staatkundige en maatschappelijke vraagstukken in het kader van de Anti-Revolutionaire beginselen. In het bijzonder besteede de nationale organisatie aandacht aan de vorming van plaatselijke en regionale clubs. De Heemsteedse club startte met 13 leden. Het aantal leden was in april 1936 gestegen tot ca. 60. In de jaren die volgden daalde het ledental drastisch. Na de Tweede Wereldoorlog vond een tijdelijke opleving plaats met in maart 1947 zelfs 78 leden. Vanaf 1948 zette de daling van het aantal leden in. Zo was in 1956 slechts 5% van de 300 potentiële leden lid. Gebrek aan belangstelling voor politiek werd als oorzaak genoemd. De uitstroom van oude leden (in 1955 hadden alle ouderen de club verlaten) en de stagnatie van de toeloop van jonge leden zou mede een oorzaak geweest kunnen zijn dat begin 1957 ARJOS een slapend bestaan is gaan leiden. In ieder geval kwam er een abrupt einde aan het notulenboek van de ledenvergaderingen.