Overzicht relaties

Bureau Architectenregister (OCW)

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Stichting Bureau Architectenregister
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1988
Geschiedenis

Sinds 1910 heeft de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) gelobbyd voor wettelijke titelbescherming. Op 7 juli 1987 is de Wet op de architectentitel tot stand gekomenen is op 1 oktober 1988 in werking getreden. Op 4 augustus 1988 is de Stichting Bureau Architectenregister (SBA) opgericht door de Minister van VROM, drs. E.H.T.M. Nijpels. Voorzitter van het bestuur van de SBA is de oud-staatssecretaris van VROM, mr. G.Ph. Brokx. Ministeriele verantwoordelijkheid De SBA registreert de titels van vier disciplines die van 1988 tot en met 2010 onder verschillende ministeries vallen:

 Architect (VROM)

 Stedenbouwkundige (VROM)

 Tuin- en landschapsarchitect (LNV)

 Interieurarchitect (OCW)

Na opheffing van het ministerie VROM in 2010, is Bureau Architectenregister ondergebracht onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Sinds 2018 tot heden valt Bureau Architectenregister onder het ministerie OCW.

Rechtsvorm en naam

 1988 t/m 2010
o rechtsvorm: stichting,
o naam: Stichting Bureau Architectenregister (SBA).

 2011 t/m heden
o rechtsvorm: zelfstandig bestuursorgaan,
o naam: Bureau Architectenregister (BA).

Vestigingsadressen

 1988 tot eind 1992: Riouwstraat 62b Den Haag

 Eind 1992 tot 8 mei 2024: Nassauplein 24 Den Haag

 Vanaf 8 mei 2024: Nassaulaan 9 Den Haag

Innen van jaarlijkse bijdrage
Na inschrijving in het register is een jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Van 1988 t/m circa 2014 werd het inningsproces van de jaarlijkse bijdrage uitgevoerd door de BNA. Daarna wordt deze taak tot op heden door het BA zelf uitgevoerd.

Belangrijke historische periodes met het oog op hotspots
In 1998, slechts 10 jaar na de inwerkingtreding van de WAT, pleitte staatssecretaris J. Remkes in het kader voor opheffing van het architectenregister omdat het in zijn optiek beter zou zijn als de doelstellingen via zelfregulering door de beroepsorganisaties gerealiseerd zouden worden. Na bezwaren uit (onder meer) het beroepenveld, geeft staatssecretaris Remkes in 1999 opdracht aan het aan de TU Delft verbonden onderzoeksbureau OTB een studie te verrichten naar de effecten en effectiviteit van de Wet op de architectentitel. Daarbij moet ook en de vraag worden beantwoord of de doelstellingen via zelfregulering door de beroepsorganisaties verwezenlijkt kunnen worden. Het onderzoek wordt onder leiding van prof. dr. Ir. H. Priemus uitgevoerd. De onderzoeksuitkomsten zijn neergeslagen in het rapport Architect en titelwet. Dit rapport is in bezit van het BA en wordt op locatie bewaard. Belangrijkste conclusies uit het rapport zijn dat de WAT en de SBA goed functioneren en dat het om tal van redenen geen aanbeveling verdient om de WAT te vervangen door zelfregulering en certificering door de beroepsorganisaties. Er wordt tevens aanbevolen de WAT te versterken, onder meer door het introduceren van een praktijkperiode van twee jaar als inschrijvingseis voor het register. Het onderzoeksproces en de uitkomsten waren essentieel voor het voortbestaan van de SBA en opheffing van het architectenregister werd hiermee afgewend. Het is de vraag of alle bescheiden die door derden zijn opgesteld met betrekking tot dit onderzoek door de betreffende archiefvormers als ‘te bewaren’ zijn gearchiveerd. Wanneer bescheiden met betrekking tot dit onderzoek in het archief van het BA worden gevonden, moet beoordeeld worden of deze als hotspot behandeld moeten worden, ondanks dat het BA niet de archiefvormer is geweest.

In de loop van de hierop volgende jaren zijn er tal van tijdelijke commissies geweest die zich gebogen hebben over het vraagstuk welke kwalificaties tot inschrijving in het register kunnen leiden. Een visitatieonderzoek naar de inhoud van de opleidingen omstreeks 2001 gaf aan dat de stageperiodes in met name de academische opleidingen waren geschrapt en dat daarmee de praktijkcomponent te wensen overliet. Mede naar aanleiding hiervan concludeerde de toenmalige Rijksbouwmeester Jo Coenen dat nu toch echt stappen genomen moesten worden om in deze lacune te voorzien, mede ook met het oog op de Europese context. De Rijksbouwmeester heeft daarop vanaf 2002 een aantal discussierondes georganiseerd met de onderwijsinstanties en het beroepenveld. Dit leidde onder meer tot een vrijwillig traject voor pas afgestudeerden onder de noemer ‘Het experiment’. De uitkomst hiervan is vastgelegd in het drukwerk ‘WAT Van experiment naar beroepservaringsperiode’ uit 2010. Dit drukwerk is in bezit van het BA en wordt op locatie bewaard.

Deze beweging heeft uiteindelijk bijgedragen aan de totstandkoming van de Beroepservaringsperiode, die sinds 2009 middels een wetwijziging verplicht is gesteld voorafgaand aan inschrijving in het register. Daarnaast is de WAT in de wetswijziging van 2009 op een aantal andere onderdelen aangepast en uitgebreid. Vervolgens is tussen 2009 en 2011 door de toenmalige Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol de implementatie van de wet voorbereid, waarbij Kees Rijnboutt (oud Rijksbouwmeester) daar verder vorm aan heeft gegeven door in het hele land sessies te organiseren en adviescommissies in te stellen. Het driekoppig bestuur van het (inmiddels) tot ZBO omgedoopte BA, dat van 2011 tot en met 2018 in functie was, heeft actief uitvoering gegeven aan de implementatie van alle wetswijzigingen. Na afronding daarvan is besloten het nieuwe bestuur van het BA, dat aantrad per 1 januari 2019, (weer) wat meer op afstand te plaatsen.

Gezien de tijdelijke aard van alle initiatieven voor de totstandkoming van de wetswijziging en de implementatie daarvan vanaf 2011, is het de vraag of de archivering van de bescheiden die betrekking hebben op dit proces door de betreffende archiefvormers zijn bewaard. Wanneer bescheiden die door derden zijn opgesteld aangaande deze periode in het archief van het BA worden gevonden, moet beoordeeld worden of deze als hotspot behandeld moeten worden, ondanks dat het BA niet de archiefvormer is geweest.

Rond 2015/2016 stond de titel voor interieurarchitecten ter discussie. Naar aanleiding van de politieke wens tot deregulering werd door BA opdracht gegeven aan dr. Barbara Heebels en Prof. Dr. Robert C. Kloosterman (Universiteit van Amsterdam) om onderzoek te doen naar de titel interieurarchitect. Dit leidde in 2016 tot het rapport ‘Van binnen naar buiten – Een onderzoek naar de rol van de wettelijke titelbescherming voor interieurarchitecten’. De belangrijkste aanbeveling was om de wettelijke titelbescherming te behouden en deze te beschouwen als een instrument om de kwaliteit en innovatie en het concurrentievermogen te bevorderen. Voorts werden nadere aanbevelingen gegeven om de positie van de interieurdiscipline te versterken. De aanbevelingen werden overgenomen en uitgewerkt in het rapport ‘Titelbescherming van interieurarchitecten’, een advies van het College van Rijksadviseurs aan de ministers van EZ, OCW en BZK. Op basis van het onderzoek en het advies van het CRA is besloten de titel niet op te heffen. Hoewel het in dit geval alleen de interieurdiscipline betrof, was de uitkomst cruciaal voor het registerbeheer, een van de kerntaken van het BA. Van beide publicaties is een exemplaar in bezit van het BA en deze worden op locatie bewaard. Wanneer deze publicatie in het archief van het BA wordt gevonden, dan dient deze ook daar bewaard te worden. Wanneer andere bescheiden die door derden zijn opgesteld aangaande deze periode in het archief van het BA worden gevonden, moet beoordeeld worden of deze als hotspot behandeld moeten worden, ook als het BA niet de archiefvormer is geweest.

Van de hand van Hans Groeneveld (voormalig directeur SBA), zijn kleine pockets verschenen die uitgegeven zijn door Wolters Kluwer over de Wet op de architectentitel. Dit zijn waardevolle uitgaven voor het BA. Mochten deze in het archief aanwezig zijn, dan worden deze als hotspot aangemerkt.

Tot slot is nog het vermelden waard de publicatie ‘Terugblik en toekomst 1988-2003, 15 jaar Stichting Bureau Architectenregister’, uitgegeven door Stichting Bureau Architectenregister in 2004. Een exemplaar van dit drukwerk is in bezit van het BA en wordt op locatie bewaard.

Functies en activiteiten

De hoofdtaak van Bureau Architectenregister is het beheer van het architectenregister. Naast het beheer van het architectenregister vervult Bureau Architectenregister de volgende taken:

fungeren als bevoegde autoriteit in de zin van de EU-Richtlijn van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;

erkennen van in het buitenland behaalde diploma’s op het gebied van architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur of interieurarchitectuur met het oog op inschrijving in het architectenregister;

vaststellen van regels met betrekking tot de examens voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten en het organiseren van die examens;

vaststellen van nadere eisen waaraan een ingeschrevene moet voldoen die onder een andere titel in het register wenst te worden ingeschreven en het nemen van beslissingen op verzoeken om inschrijving onder een andere titel;

vaststellen van regels met betrekking tot de tweejarige beroepservaringperiode

aan elke verzoeker doen van (schriftelijke) opgave of een persoon in het architectenregister staat ingeschreven en onder welke titel;

verstrekken van informatie over de wettelijke voorschriften met betrekking tot de beroepsuitoefening van architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect in Nederland en over de inschrijving in het architectenregister register en de wettelijke gevolgen daarvan.

en daarnaast heeft Bureau Architectenregister op grond van de Wet op de architectentitel de volgende bevoegdheden:

verlenen van een certificaat aan een persoon die werkzaam is op het gebied van een van de vier registerdisciplines en zich door de kwaliteit van zijn prestaties op het betreffende gebied in het bijzonder heeft onderscheiden;

optreden tegen het onrechtmatig gebruik van de beschermde architecten­titel;

vaststellen van kwalitatieve beleidsregels ter zake van passende bij- en nascholing voor architecten, stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten.

Structuur

Bureau Architectenregister is met ingang van 1 januari 2011 op grond van de gewijzigde Wet op de architectentitel ingesteld als opvolger van de (in 1988 opgerichte) Stichting Bureau Architectenregister. De doelstelling van Bureau Architectenregister is uitvoering te geven aan de Wet op de architectentitel. Deze wet bepaalt dat alleen personen die zijn ingeschreven in het door Bureau Architectenregister beheerde architectenregister de titel architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect of interieurarchitect mogen voer

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/8464cda5-4a30-4ee7-a95e-ab900a4f5e08