Overzicht relaties

Bureaus Jeugdzorg (Justitie, V&J)

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Gezinsvoogdij-instellingen
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
ca. 2000
Einddatum
2015
Functies en activiteiten

De bureaus jeugdzorg oefenen een aantal openbaar gezagstaken uit. Zo nemen ze op grond van de Wet op de jeugdzorg (2004) besluiten over allerlei typen jeugdhulpverlening. Met name bij het vervullen van hun voogdijtaak oefenen de bureaus openbaar gezag in de zin van de Awb en de Aw uit: daaronder vallen b.v. de publiekrechtelijke bevoegdheid om de geschiktheid van een aspirant-pleegouder te beoordelen, de bevoegdheid om subsidie toe te kennen aan pleegouders, de bevoegdheid tot uithuisplaatsing. Deze bevoegdheden zijn neergelegd in het BW, boek 1, art. 302-306 en art. 257-265.

Structuur

Mogelijk waren voogdij-instellingen reeds o.g.v. de Beginselenwet voor de kinderbescherming (Stb. 1961, 403) aangewezen als voogdij-instelling. Begin 2001 waren er volgens de minister van Justitie 19 instellingen voor gezinsvoogdij (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 28 000 VI, nr. 51, p. 6).

Middels de Wet op de jeugdzorg art. 4 is in 2004 de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van jeugdbeschermings-maatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen gedecentraliseerd naar de provincies.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/29470e02-4159-4e16-98aa-a8ad8d84bac4