De Centrale Commissie Agrarisch Plan voor Noord-Holland werd op 5 maart 1958 ingesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. De commissie kreeg tot taak om een agrarisch plan voor Noord-Holland op te stellen. De doelstelling van de commissie was aan te geven op welke wijze een bevredigende situatie kon worden bereikt voor de agrarische bevolking in Noord-Holland. Onder de commissie ressorteerden drie secties, waarin specialisten zitting hadden. Deze secties waren: Sectie Welvaart, die zich bezig hield met de vraag of het rendement van het agrarisch bedrijf wel in overeenstemming was met dat in andere sectoren van het bedrijfsleven; de Sectie Welzijn, die aandacht schonk aan de sociaal-culturele omstandigheden van de agrariƫr en de Sectie Ruimte, die welvaart en welzijn heeft bekeken in een ruimtelijk kader. Onder de secties functioneerden werkgroepen. Het agrarisch plan diende als richtsnoer voor de Commissie-Tuynman, die advies uitbracht voor het oprichten van de Stichting ter verbetering van de agrarische structuur in Noord-Holland (STIVAS). Na de publicatie van het Agrarisch Plan Noord-Holland in 1964, werd de commissie ontbonden.