In 1886 - tijdens de Doleantie - stichtten degenen die tijdens de Afscheiding in de Nederlands-Hervormde Kerk in 1834 waren achtergebleven, maar de 'voortschrijdende aantasting van de betekenis van het Woord Gods en Belijdenisschriften' niet konden velen, de Nederduits Gereformeerde Kerk, met de bijvoeging 'dolerend', d.w.z. klagend over de onwettige beroving van haar kerkengoed. In 1892 verenigden de dolerenden zich met de Christelijke Gereformeerde Kerk tot Gereformeerde Kerken in Nederland.