De Commissie van bijstand in het beheer van gemeentebedrijven hield zich bezig met de nutsbedrijven en de gemeentereiniging en was ingesteld bij raadsbesluit op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders. Het was een vaste raadscommissie. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college. De Commissie van bijstand in het beheer van gemeentebedrijven kende tot in 1953 twee subcommissies: de Subcommissie van bijstand in het beheer van het Gemeentelijk Energiebedrijf en de Subcommissie van bijstand in het beheer der gemeentelijke waterleidingen. In 1953 samengevoegd tot Subcommissie van bijstand in het beheer van het Gemeentelijk Energiebedrijf en het Gemeentelijk Waterbedrijf.