De Commissie van bijstand voor de jeugd- en sportzaken was een vaste raadscommissie. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college. In 1976 is de commissie gesplitst in een twee aparte commissies: Commissie voor jeugdzaken en een Commissie voor sportzaken.