De Commissie van bijstand voor sociale zaken, ingesteld bij raadsbesluit van 29 september 1931 als Commissie van bijstand voor sociale aangelegenheden en op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders, was een vaste raadscommissie. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak van de commissie, welke uit specialisten uit de diverse fracties bestond, was om voorstellen van het College van Burgemeester en Wethouders te toetsen alvorens zij behandeld werden in de raadsvergadering. De taak was dus veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college.