De Commissie van toezicht op de Gemeentelijke Visscherijschool is ingesteld in 1912 als Commissie van bijstand in het beheer der Gemeentelijke Visscherijschool. Deze commissie is ingesteld bij raadsbesluit op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college. Op 9 november 1920 werd de commissie ontbonden om op 30 november als subcommissie van de Commissie van toezicht op het middelbaar-, handels- en vakonderwijs te worden ingesteld door de gemeenteraad. Op 28 juni 1921 werd het toch weer een zelfstandige commissie, benoemd door de gemeenteraad. In 1919 komt in het gemeenteblad de naam voor: Commissie van advies voor de Gemeentelijke Visscherijschool. Omdat er dan geen sprake is van een commissie van bijstand, wordt waarschijnlijk dezelfde commissie bedoeld. Na 1937 bestond de commissie nog steeds.