Vroeger was malaria ook in ons land een gevreesde ziekte. Met name Zeeland, Friesland en Noord-Holland hadden regelmatig te kampen met zware epidemieën. In 1919 kwam met name in Noord-Holland malaria veelvuldig voor, men sprak dan ook van een epidemie. Uit het oogpunt van volksgezondheid werd de Malariacommissie (1926-1948) ingesteld, die in Noord-Holland systematisch gevallen van malaria in kaart bracht. De gegevens werden geregistreerd en er werden campagnes ter bestrijding gevoerd. De ontdekking van DDT betekende een mijlpaal in de geschiedenis van de malariabestrijding. De malariacurve daalde na 1948 enorm. In 1970 ontving Nederland van de Wereldgezondheidsorganisatie het predicaat 'malariavrij', waarmee het hoofdstuk inheemse malaria voor wat betreft Nederland voorgoed kon worden afgesloten.