De Commissie voor het Gas- en Waterbedrijf werd ook wel Commissie van bijstand in het beheer van het Gas- en Waterbedrijf genoemd. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college.