Het College van Burgemeester en Wethouders werd bijgestaan door commissies van bijstand. De Commissie voor Publieke Werken werd ook wel Commissie van bijstand voor Publieke Werken genoemd en van 1968-1974 Commissie voor Publieke Werken en Gemeente-eigendommen; van 1974-1978 Commissie voor Publieke Werken, Milieuhygiëne en Gemeente-eigendommen; van 1978-1988 Commissie voor Publieke Werken, Gemeente-eigendommen en Middenstandszaken. Alleen leden van de gemeenteraad konden lid van de commissie zijn. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college.