Het Bedrijf Openbare Werken is ingesteld, bij verordening vastgesteld door de raad op 29 december 1930, met ingang van 1 januari 1931 en werd bij raadsbesluit van 18 december 1931 aangewezen als tak van dienst bedoeld in artikel 252 van de Gemeentewet, te rekenen vanaf 15 april 1931. De Rioolwaterzuiveringsinstallatie, die officieel op 3 november 1952 in werking was gesteld, werd op 1 november 1970 overgedragen aan het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland. Op 1 augustus 1955 werd de Dienst Openbare Werken uitgebreid met een afdeling Grondbedrijfzaken, belast met de voorbereiding van de aan- en verkoop van gronden, het verrichten van taxaties, het adviseren omtrent verhuringen en verpachtingen, registratie van gemeente-eigendommen en het maken van exploitatieopzetten van uitbreidingsplannen. De afdeling Electrotechniek van het Gasbedrijf Beverwijk werd vanaf 1 juli 1977 ondergebracht bij Openbare Werken. Deze afdeling zorgde voor de openbare verlichting, verkeersregeling, liften, portiekverlichting enz. Toen de Dienst Lichamelijke Opvoeding en de Sport begin 1979 werd opgeheven ging het personeel naar Openbare Werken. De werkzaamheden: onderhoud en verzorging van speelvelden, werden nu door de Openbare Werken uitgevoerd. Op 1 juli 1983 nam de afdeling Bouwkunde van Openbare Werken het beheer en onderhoud van gemeentewoningen over van het Woningbedrijf. Bij raadsbesluit van 15 oktober 1987 werd besloten de Dienst Openbare Werken als werkeenheid (tak van dienst) met ingang van 1 januari 1989 op te heffen. De reden hiervoor was: de scheiding tussen beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering, die oorspronkelijk gehanteerd werd voor de taakverdeling tussen organisatieonderdelen (secretarie en diensten), was in de praktijk veelal achterhaald. Mede daardoor was er sprake van doublures en overlappingen van werkzaamheden. Vanaf 1 januari 1989 worden de taken verricht door de Sector Stadsontwikkeling en Beheer.