In 1886 werd door het opstellen van twee stoomwerktuigen de aanzet gegeven tot de oprichting van de Rijkselektriciteitswerken te IJmuiden. Beide waren nodig voor de levering van stroom voor de beweging van de sluisdeuren en de verlichting van het sluisterrein. Er werd ook stroom geleverd aan de Dienstkring IJmuiden van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland en aan een complex waterstaatswoningen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het machinegebouw door de Duitse bezetter opgeblazen en daarbij zijn veel oude archiefstukken verloren gegaan. De taak van de Rijkselektriciteitswerken werd in de loop van de tijd verder uitgebreid. Naast de bediening van de sluisdeuren te IJmuiden werd de dienst ook belast met de bediening van alle elektromechanische installaties langs het Noordzeekanaal, bij de Oranjesluizen en de bruggen te Diemen, Duivendrecht en Hakkelaar. In 1957 en in 1965 werd daaraan nog toegevoegd de bediening van de Velsertunnel, de Coentunnel en de Schipholtunnel. Tevens werd in 1972 het beheer van de verlichtingsinstallaties voor deze tunnels van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland overgenomen. In het laatste kwart van de 20e eeuw is de naam gewijzigd in Werktuigkundige en Elektrotechnische Dienst te IJmuiden.