De uitoefening van het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties in de gemeente Haarlemmermeer lag voor de instelling van de dienst bij de gemeentesecretarie. De voltooiing van het sportcomplex in Zwanenburg aan het begin van de jaren 60 van de 20e eeuw en het daarin gelegen zwembad was voor het College van Burgemeester en Wethouders aanleiding zich te beraden omtrent de meest gewenste beheers- en exploitatievorm daarvan. Tegelijkertijd had de lichamelijke opvoeding en sport zich ontwikkeld tot een zeer belangrijk maatschappelijk verschijnsel. Vanwege de vele dorpen en buurtschappen in de gemeente en de daardoor uitgebreide gemeentelijke sportaccommodaties was er behoefte aan eenheid of althans aan coördinatie. Het gevolg was dat met ingang van 1 januari 1962 een gemeentelijke Dienst voor de Lichamelijke Opvoeding en de Sport werd ingesteld. Het accent van de werkzaamheden van de dienst lag aanvankelijk vooral op het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties, alsmede op de lichamelijke opvoeding in schoolverband met daarnaast de behartiging van de belangen van de sport. Door de enorme toename van de belangstelling voor de sport- en de jeugdzaken, hetgeen mede tot uitdrukking kwam in aanzienlijke toename van het aantal sport- en jeugdaccommodaties, verschoven de werkzaamheden van de dienst naar de sport- en de jeugdzaken. In 1970 werd jeugdzaken bij de dienst ondergebracht en wijzigde de naam van de dienst in Dienst Sport- en Jeugdzaken. Tijdens de laatste jaren van het bestaan van de dienst werd een aantal facetten van de recreatie en het welzijn bij de dienst ondergebracht. In het kader van de decentralisatie van het welzijnswerk werd onderzoek gedaan naar de wijze waarop het welzijnswerk binnen het gemeentelijk apparaat het meest doeltreffend kon worden georganiseerd. Dit onderzoek heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat de Dienst Sport- en Jeugdzaken met ingang 1 november 1981 werd opgeheven en een Welzijnsdienst werd ingesteld.