Bij de indeling van Noord-Holland voor de kadastrale administratie werd gebruik gemaakt van dezelfde indeling die gold voor de rechtbanken. Dientengevolge werd Noord-Holland in 1811 ingedeeld in vier Hypotheekkantoren: Alkmaar, Amsterdam, Haarlem en Hoorn. Bij de start van het Kadaster in 1832 werd dit wederom toegepast. In de loop van de tijd werd de verwevenheid van de kantoren van het Kadaster en de Hypotheekbewaarder zo groot dat zij in feite werden samengevoegd. We spreken dan ook over het algemeen van het Kadaster en de Openbare Registers, afgekort KADOR. <ZR>In 1976 werd het kantoor Haarlem van het Kadaster opgeheven, waarbij het grondgebied grotendeels werd gevoegd bij dat van het kantoor Amsterdam en enkele gemeenten bij dat van het kantoor Alkmaar. In feite ontstond toen een nieuw kantoor Amsterdam. Voor een deel van de gemeenten die onder het nieuwe kantoor Amsterdam vielen moet het onderzoek voor 1976 dus verricht worden in het kantoor Haarlem.