De dienst had taken omtrent:
-Het verstrekken van adviezen, zowel op verzoek als eigener beweging, omtrent alle aangelegenheden liggende op het terrein van de afdeling Maatschappelijke Zorg van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
-Het verrichten van alle onderzoekingen, welke door of namens Minister van Binnenlandse Zaken aan deze Dienst werden opgedragen, benevens het onderhouden van het contact tot alle organen van maatschappelijke zorg in den landen in ruime zin des woords alsmede het bevorderen van een effectieve verzorglng, en opheffing van maatschappelijk onaangepaste gezinnen en personen, zowel van Overheidsweg als van andere zijde;
-Alle werkzaamheden, voorheen verricht door het Centraal Bureau Verzorging Oorlogsslachtoffers, met inbegrip van de werkzaamheden welke door de Buitengewone Pensioenraad krachtens de Wet Buitengewone Pensioen1940—1945 werden opgedragen, werden eveneens door deze Dienst verricht.[1]