De oudste gegevens omtrent het voorkomen van dienstkringen van Rijkswaterstaat District Noord-Holland (met ingang van 1903 Directie Noord-Holland) dateren vanaf 1896 en zijn ontleend aan de 'Staat van dienstkringen en voornaamste werken van de opzichters en adjunct-opzichters van de rijkswaterstaat', welke staat was samengesteld door de vereniging van opzichters in het jaar 1896. Vóór deze datum was er reeds officieus sprake van dienstkringen onder leiding van een technisch ambtenaar of opzichter. De dienstkringen, die rechtstreeks onder een arrondissement stonden, zorgden voor het feitelijk beheer en onderhoud van de waterstaatswerken. Het hoofd van een dienstkring verstrekte aan de arrondissementsingenieur inlichtingen over alle zaken in zijn ambtsgebied die voor een doeltreffende uitvoering van de taak van Rijkswaterstaat van belang kon zijn. Daarnaast deed hij voorstellen over noodzakelijke herstellingen en aanpassingen van de waterstaatswerken in zijn gebied aan de arrondissementsingenieur; was hij verantwoordelijk voor de goede staat van onderhoud en de behoorlijke bediening van de in de dienstkring liggende rijkswerken. Vanaf 1975, na de opheffing van de arrondissementen, ressorteerden de dienstkringen rechtstreeks onder de Directie Noord-Holland en namen zij alle uitvoerende taken over.