De provincie Noord-Holland is in 1840 ontstaan na de afsplitsing van Zuid-Holland. De provincies vormen de bestuurslaag tussen het Rijk en de gemeenten. Ze doen het werk waarvoor het Rijk te groot en de gemeente te klein is. Aan het hoofd van de provincie staat het algemeen bestuur, de Provinciale Staten. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de Gedeputeerde Staten. De Commissaris van de Koningin (sinds 2013 van de Koning) is voorzitter van de Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten. Het provinciaal bestuur is actief op een breed terrein: ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, welzijn, cultuur, milieu, economie, natuur, bestuurlijke organisatie en toezicht op de financiën van lagere overheden. In mei 1989 vond er een grote reorganisatie plaats van de Algemene Dienst van de provincie Noord-Holland. In plaats van de Griffie en de drie diensten Provinciale Waterstaat (PWS), Provinciale Planologische Dienst (PPD) en Economisch Technologische Dienst (ETD) kwamen er vijf nieuwe diensten. De Centrale Bestuursdienst (CBD), de Dienst Milieu en Water (M&W), de Dienst Wegen, Verkeer en Vervoer (WVV), de Dienst Ruimte en Groen (R&G) en de Dienst Welzijn, Economie en Bestuur (WEB). In de nieuwe organisatie werd een integratie doorgevoerd van beleidsondersteunende en uitvoerende taken. De vijf diensten hebben van 1989 tot 1997 gefungeerd. Elke dienst werd ondersteund door zijn eigen stafafdelingen Personeel, Informatie, Organisatie en Financiën (PIOF) en Facilitaire zaken. De secretariaten van de verschillende vaste commissies van advies en bijstand voor Provinciale Staten waren ondergebracht bij de diverse diensten. In 1998 was er weer een reorganisatie. De organisatie werd ingedeeld in de afdelingen: Projecten, Economie Landbouw en Milieu, Water en Groen, Zorg Welzijn en Cultuur, Beheer en Uitvoering, Onderzoek en Informatie, Ruimte Wonen en Bereikbaarheid, Milieu en Bodemsanering, Bestuurlijke & Juridische Zaken.