De directie was belast met:
-De voorbereiding en bevordering van een landelijk gecoördineerd wetenschapsbeleid, mede betrekking hebbende op de deelneming aan internationale samenwerking op dit gebied;
-Bevorderen door de directie de totstandkoming van een doelmatige landelijke organisatiestructuur voor de wetenschapsbeoefening;
-Ontwerpen van algemene maatregelen en procedures ter verhoging van de doelmatigheid en stimulering van de samenwerking tussen departementen en tussen onderzoekinstellingen;
-Gecoördineerde besluitvorming ten aanzien van de terbeschikkingstelling van financiële middelen voor de wetenschapsbeoefening;
-Organiseren, c.q. assisteren bij het leiding geven aan het nodige interdepartementaal overleg over zaken Van algemeen wetenschapsbeleid, alsook het overleg in gebiedscommissies voor belangrijke terreinen van onderzoek waarbij een aantal departementen was betrokken;
-Onderhouden van betrekkingen met landelijke organen en organisaties op het terrein van de wetenschapsbeoefening en de verspreiding van de resultaten daarvan.[1]