De directie had taken omtrent:
-Algemene zaken van financiële, economische en agrarische aard;
-Economische en sociale projecten in het kader van het EEG-ontwikkelingsfonds;
-Internationale verdragen, overeenkomsten en aangelegenheden betreffende internationale organisaties op financieel, economisch en agrarisch terrein;
-Aangelegenheden op het gebied van mijnbouw, nijverheid en handel;
-Zaken van algemene luchtvaartpolitiek en algemene scheepvaartpolitiek, voorzover Nederlands-Nieuw-Guinea daarbij betrokken was;
-Aangelegenheden op het gebied van landbouw, bosbouw, visserij en veeteelt;
-Projecten en ontwikkelingsplannen;
-Algemene personeelsaangelegenheden;
-Aanneming en uitzending van personeel;
-Regelingen met betrekking tot in Nederland vertoevend personeel.[1]