De directie had taken omtrent:
-audiƫntie-aanvragen;
-buitengewone zendingen;
-zaken van de Minister persoonlijk;
-zaken van de Ministerraad, niet Buitenlandse Zaken betreffende;
-briefwisseling tussen de Koningin en vreemde Vorsten en Staatshoofden;
-erkenning en toelating van vreemde consulaire vertegenwoordigers;
-corps diplomatique;
-huisvesting Corps diplomatique;
-diplomatieke voorrechten en immuniteiten;
-zaken betreffende het Permanente Hof van Arbitrage en het Internationale Gerechtshof;
-ceremonieel.
-zaken betreffende het Koninklijk Huis, de buitenlandse vertegenwoordigingen en de internationale organisaties in Nederland;
-ceremonieel;
-decoraties.[1][2]