De directie had taken omtrent:
-Behandeling van aangelegenheden van voorlichting en externe betrekkingen, welke de verhouding raken tussen het ministeriële beleid en de publieke opinie, in het bijzonder wat betreft pers, radio, televisie, film en elk ander medium van voorlichting;
-Documentatie voortvloeiend uit pers-, radio-, en televisieaangelegenheden;
-Technische behandeling van publikaties, jaarbeurs-, tentoonstellings-, foto- en filmaangelegenheden van het ministerie en de hieronder ressorterende diensten, instellingen en organen;
-Coördinatie van het gebruik van voorlichtingsmiddelen en -materiaal.[1]