De Gemeentelijke Commissie Oudheidkundig Bodemonderzoek Haarlem is op 29 oktober 1970 geïnstalleerd onder voorzitterschap van de burgemeester en naar aanleiding van het besluit van het gemeentebestuur om de behartiging van het archeologisch onderzoek in de beleidssfeer te brengen. De commissie kreeg de opdracht om richting te geven aan het oudheidkundig bodemonderzoek in de gemeente Haarlem en te dienen als coördinatiepunt tussen het gemeentebestuur, de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de groep van leden van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland. Daarnaast moest de commissie bij het gemeentebestuur de beschikbaarstelling van gelden voor archeologische onderzoeken propageren. Tevens moest zij zorgen voor een behoorlijke inventarisatie en documentatie van al hetgeen in de bodem van de gemeente Haarlem aan oudheidkundige vondsten is en zal worden gevonden. Vier jaar vóór de installatie van de commissie was al een opleving op archeologisch gebied te bespeuren geweest toen in 1966 de uitvoering van het verkeersplan voor de Haarlemse binnenstad op handen was. Zo werd op 29 juni 1966 de Werkcommissie Oudheidkundig Bodemonderzoek in het leven geroepen op initiatief van de heer C. Roodenburg van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland. Voorzitter werd de heer C.F. Janssen, destijds hoofd van de afdeling Monumentenzorg van het Bedrijf Openbare Werken. Tot grootscheepse actie is het toen niet gekomen. Bij vertrek van de heer C.F. Janssen sliep de Werkcommissie in. Toch is deze commissie in zekere zin als voorloper van de huidige Gemeentelijke Commissie Oudheidkundig Bodemonderzoek Haarlem te beschouwen.