Bij raadsbesluit van 9 juli 1919 werd besloten tot het instellen van een Gemeentelijke Dienst voor de Lichamelijke Opvoeding. In 1933 werd tot opheffing besloten en werd de dienst opgenomen in de gemeentesecretarie. De reden was dat de dienst alleen nog tot taak had het verlenen van vergunningen aan de verschillende sportverenigingen voor het gebruik van de gymnastieklokalen en de terreinen. Met het onderhoud van de sportaccommodaties en een deel van het beheer werd Openbare Werken, Hout, Plantsoenen en Begraafplaatsen belast. Naarmate echter het aantal sportaccommodaties toenam, werd steeds duidelijker dat het tot een verbetering van efficiency zou leiden als één dienst verantwoordelijk zou zijn, voor zowel beheer, onderhoud en exploitatie van sportobjecten. Ook werd onderkend dat niet alleen afzonderlijke jeugdorganisaties, maar ook de gemeente een taak had bij de opvoeding en persoonlijkheidsvorming van de jeugd. In 1952 besloot de gemeenteraad tot instelling van de Dienst voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en de Jeugdzaken in Haarlem. De dienst zou een schakel dienen te zijn tussen de diverse verenigingen op sport- en jeugdterrein enerzijds en tussen deze verenigingen en het gemeentebestuur anderzijds. In oktober 1969 wordt de naamgeving: Gemeentelijke Inspectie voor Lichamelijke Opvoeding en Gemeentelijke Dienst voor Sport- en Jeugdzaken. Sinds de reorganisatie van 1991 maakt de afdeling sport onderdeel uit van de sector Educatie, Sport, Recreatie en Cultuur. De afdeling Jeugd valt sinds die tijd onder de sector Welzijn, Sociale Zaken en Gezondheid. Ondanks reorganisaties bleef steeds de in 1964 geformuleerde kerndoelstelling overeind staan: 'het stimuleren van, adviseren over en coördineren van activiteiten op het gebied van de sport, alsmede op het gebied van vorming en recreatie van de jeugd, het beheer van gemeentelijke sportaccommodaties en jeugd- en vakantiehuizen, alsmede inspectie van het onderwijs in de lichamelijke opvoeding'.