De gemeenteraden van Haarlemmermeer en Aalsmeer besloten respectievelijk op 7 en 13 december 1961 een gemeenschappelijk regeling aan te gaan tot het benoemen en in dienst houden van een gemeentelijk inspecteur van het onderwijs. Ter uitvoering van de regeling werd een orgaan in het leven geroepen bestaande uit één lid van elk van de Colleges van Burgemeester en Wethouders en uit de chef van de afdeling Onderwijs van het gemeentebestuur van Haarlemmermeer als advieserend lid. De gemeente Haarlemmermeer werd aangewezen als centrumgemeente. De werkzaamheden van de inspecteur namen in snel tempo toe, zodat op zijn voorstel in 1967 een consulente voor het kleuteronderwijs werd aangetrokken. De gemeenschappelijke regeling moest hierdoor worden aangepast. De gewijzigde gemeenschappelijke regeling tot het benoemen en in dienst houden van ambtenaren belast met het schooltoezicht werd op 10 april 1968 vastgesteld. Aan het orgaan waren de chefs van de afdelingen Onderwijs van de gemeentebesturen van Aalsmeer en Haarlemmermeer als advieserend lid toegevoegd. Vervolgens werd nog een aantal administratieve medewerkers bij de inspectie aangesteld. Door deze uitbreiding werd het noodzakelijk de taak en de werkzaamheden van de inspectie nader te omschrijven. Naar aanleiding hiervan besloten de gemeenten Aalsmeer en Haarlemmermeer op 2 juli 1970 de bestaande regeling in te trekken en een nieuwe gemeenschappelijke regeling tot stichting en instandhouding van een inspectie voor het onderwijs aan te gaan. Met ingang van 1 januari 1975 werd de Gemeentelijke Inspectie Onderwijs opgeheven.