De Gemeentelijke Lagere Technische Avondschool heette tot 1955 de Gemeentelijke Avondschool voor Nijverheidsonderwijs. Naar aanleiding van de Wet op het Nijverheidsonderwijs van 1921 werd op 1 januari 1922 de Gemeentelijke Avondschool voor Nijverheidsonderwijs geopend aan de Zijlvest 25a. De leerlingen van de voormalige Burgeravondschool werden zonder problemen toegelaten tot de nieuwe school. De doelstelling was het geven van theoretisch onderwijs aan ambachtslieden in een vijfjarige cursus. De organisatie bleef in grote lijnen hetzelfde als op de Burgeravondschool. Het gemeentebestuur bleef verantwoordelijk voor een goede gang van zaken van het onderwijs. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders in mei 1955, werd besloten dat met ingang van die datum de naam van de school gewijzigd zou worden in Gemeentelijke Lagere Technische Avondschool. Zij namen dit besluit op grond van hun overweging dat steeds meer besturen van ambachtsscholen en andere inrichtingen voor nijverheidsonderwijs voor jongens, als eis van de moderne tijd, er toe overgingen om de naam van de onder hun bestuur staande scholen te wijzigen in lagere technische scholen (lts). In de jaren 60 werden door het gemeentebestuur allerlei noodplannen ontwikkeld om de daling van het aantal leerlingen te doen omzetten in een stijging, bijvoorbeeld door het geven van deeltijddagonderwijs. Toch bleef het aantal leerlingen dalen, met ingang van de cursus 1967/1968 voldeed de school zelfs niet meer aan het wettelijk minimum aantal leerlingen. In 1968 werd door het gemeentebestuur besloten om tot schorsing van de school over te gaan. In feite betekende de schorsing opheffing van de school, maar als er sprake zou zijn van een opleving in de belangstelling voor technisch avondonderwijs zou de school zonder al te veel juridische problemen snel weer gestart kunnen worden. De leerlingen die nog op de school zaten konden over de andere technische scholen verdeeld worden. De directeur en leraren werden allen ontslagen.