De hoofdafdeling had taken omtrent:
-Het behandelen van zaken betreffende de zorg voor bejaarden;
-De toepassing van de Wet op de Bejaardenoorden (1963) alsmede de uitvoering van de Regeling Dienstencentra voor Bejaarden;
-Het bevorderen van een geïntegreerd beleid öp het terrein van het bejaardenwerk; het voeren van het secretariaat van de Interdepartementale Stuurgroep Bejaardenbeleid;
-Het behandelen van zaken betreffende maatschappelijke dienstverlening voor geestelijk, lichamelijk of zintuigelijk gehandicapten, ongehuwde moeders, vrouwen en jongeren in bijzondere situaties (w.o. het beleid in zake Maatschappelijke Advies- en Inlichtingenbureaus;
-Het uitvoeren van de subsidieregelingen voor het maatschappelijk werk t.b.v. gehandicapten, voor dagverblijven en voor de ongehuwde-Moederzorg;
-Het behartigen van revalidatieaangelegenheden en van zaken m.b.t. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
-Werkzaamheden i.v.m. de Interdepartementale Stuurgroep Revalidatie.[1]