De hoofdafdeling had taken omtrent:
-Aangelegenheden betreffende het bestuur van Nederlands-Nieuw-Guinea;
-Regelingen betreffende de Gouverneur;
-Algemene beleidsaspecten met betrekking tot de begroting van Nederlands-Nieuw-Guinea;
-Politieke zaken;
-Zaken betreffende toelating tot Nederlands-Nieuw- Guinea;
-Regelingen betreffende militaire zaken;
-Culturele aangelegenheden;
-Sociale zaken en volksgezondheid;
-Zending en missie;
-Aangelegenheden betreffende de zeden en gewoonten van de inheemse bevolking van Nederlands-Nieuw- Guinea;
-Zaken betreffende de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, voorzover niet aan andere onderdelen opgedragen;
-De Zuid-Pacific Commissie;
-Zaken betreffende de Nederlands-Australische samenwerking inzake Nieuw-Guinea;
-Afdeling Wetgeving en Juridische Zaken Zaken betreffende het staats- en administratief recht van Nederlands-Nieuw-Guinea;
-Decentralisatie;
-Onderwerpen van wetgevende en juridische aard;
-Het agrarisch recht, in het bijzonder de rechten op de grond.[1]