Een Huis van Arrest was in de periode 1821-1886 bestemd voor personen die voor een rechtbank terecht moesten staan en voor degenen die waren veroordeeld wegens een wanbedrijf tot een gevangenisstraf van maximaal zes maanden. Een Huis van Correctie was bestemd voor personen die veroordeeld waren wegens wanbedrijven met straffen tussen de vier en zes maanden. De wet van 1884, die na een aantal wijzigingen op 1 september 1886 was ingevoerd, perkte uiteindelijk het aantal soorten gevangenissen in. Uiteindelijk bleven de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring over. De scheiding daarna in plaatsing werd voor de Strafgevangenis hen die met gevangenisstraf waren bestraft, in de Huizen van Bewaring hen die met hechtenis waren bestraft. De verantwoordelijkheid voor het beleid en beheer van het Huis van Correctie en Arrest berustte bij de Commissie van Administratie.