In 1956 ontstond in Zeeland ongerustheid over de gevolgen van het Deltaplan voor de Zeeuwse oester- en mosselteelt. In verband hiermee werd in 1956 een houten hulplaboratorium van het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek (RIVO) te IJmuiden neergezet te Wemeldinge aan de Reepweg 212. Er werden twee onderzoekers aangetrokken, namelijk de biologen A.C. Drinkwaard en A.C. Vlasblom. De biologen kregen tot taak te trachten in het laboratorium het oesterbroed op te kweken tot jonge oesters, die op de oesterbanken konden worden uitgezaaid. Op 1 mei 1969 werd het schelpdierlaboratorium gesloten. De werkzaamheden werden verplaatst naar het nieuwe Mosselproefstation 't Horntje te Texel.