De Kadercommissie voor het Stedebouwkundig Werk was een vaste raadscommissie. Aan de commissie werd geen besturende bevoegdheid toegekend; die bleef bij het College van Burgemeester en Wethouders berusten. De taak was veelal beperkt tot het geven van advies aan het genoemd college. De kadercommissie werd gevormd door een lid van het College van Burgemeester en Wethouders, een stedebouwkundig adviseur, de directeur van Openbare Werken, het hoofd van de civiel-technische hoofdafdeling van Openbare Werken, het hoofd van de stedebouwkundige afdeling van Openbare Werken, het hoofd van de sociografische dienst en het hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en Bedrijven van de gemeentesecretarie.