In 1952 zijn de leden van de Commissie van Bijstand omgedoopt tot kerkvoogden. Het beheer van de kerkelijke goederen alsmede de zorg voor de honoraria van de predikant en andere functionarissen als koster en organist is de verantwoordelijkheid van de kerkvoogden. Vóór de invoering van de kerkorde van 1951 vormde zij een apart college, ook wel Commissie van Bijstand genoemd. Nadien maken zij als ouderlingen-kerkvoogd deel uit van de kerkenraad.