In het najaar van 1913 waren drie kapiteins op de binnenvaart ervan overtuigd dat de zelfstandige positie van de schipper steeds moeilijker te handhaven was, vooral in verband met de ontwikkeling van de techniek. Zij besloten tot de oprichting van de Nederlandse Vereeniging van Gezagsvoerders bij de Binnenvaart. Deze vereniging droeg vooral het karakter van een vakorganisatie. In praktijk bleek er meer behoefte te zijn aan een vakopleiding voor functies bij de binnenvaart. In 1915 werd een begin gemaakt met het onderwijs in samenwerking met Schuttevaer. Zo kwam de eerste Binnenvaartschool (toen nog Schippersvakschool) tot stand. In 1921 werd besloten om de vakopleiding te verzelfstandigen: het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart werd opgericht, sinds 1946 met het predikaat Koninklijk. Op de scholen, die op verschillende plaatsen in Nederland te vinden waren, kon alleen theoretisch onderwijs worden gegeven, voor het praktisch onderwijs werden instructievaartuigen gebruikt. Begon de vakopleiding met de opleiding tot schippers, geleidelijk aan groeide het besef dat men meer opleidingen, vooral voor de jeugd, moest kunnen aanbieden. In 1937 werd in Amsterdam begonnen met de eerste dagnijverheidsschool (school met internaat) voor schippers. De dagnijverheidsscholen bleken, net als de binnenvaartscholen, in een grote behoefte te voorzien. Naast Amsterdam kwamen er dagnijverheidsscholen in Rotterdam, Delfzijl en Harlingen. In de loop van de jaren is het onderwijsprogramma van het Onderwijsfonds steeds vernieuwd en aangepast aan nieuwe regelgeving op het gebied van de Rijn- en binnenvaart en het baggerbedrijf. Op 1 juni 1995 fuseerde het Onderwijsfonds met twee andere stichtingen tot de Stichting Landelijk Orgaan van het Beroepsonderwijs Transport en Logistiek. Hiermee kwam een einde aan 74 jaar binnenvaartonderwijs door het Onderwijsfonds. Als examenbureau werd het fonds tot halverwege 2005 ondergebracht binnen de Vakopleiding Transport en Logistiek.