De Koninklijke Cacao- en Chocoladefabrieken C.J. van Houten & Zoon NV te Weesp vierde in 1928 het 100-jarig bestaan. De oprichter van het bedrijf, Casparus van Houten (1770-1858) was echter in 1815 al actief als chocoladefabrikant te Amsterdam. In 1828 vond zijn zoon Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) de cacaopersmethode uit. De cacaoboter werd uit de massa geperst, waarna er cacaobrokken overbleven die bewerkt werden met alkalische zouten, zuren werden geneutraliseerd en vezels werden zachter en kleiner gemaakt. Een en ander resulteerde in een luchtig cacaopoeder dat gemakkelijk oplosbaar was in melk of water. Andere gemalen cacaobonen (zgn. cacaomassa), gemengd met suiker en cacaoboter, werden tot vaste chocoladerepen gegoten of werden gebruikt om snoepjes van een laagje chocolade te voorzien. In 1850 werd het bedrijf verplaatst naar een nieuwe fabriek in Weesp. Onder C.J. van Houten ontwikkelde de fabriek zich tot een internationaal opererende onderneming met export naar Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. In de loop van de tijd werden ook fabrieken geopend in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en in Singapore. Aan het einde van de 19e eeuw was de naam Van Houten wereldwijd bekend. Van Houten & Zoon NV was één van de eerste bedrijven die de kracht van marketing en public relations ontdekte en op ruime schaal toepaste. Naast advertenties in kranten werd bijvoorbeeld ook reclame gemaakt op reclameborden op muren, op trams en als film in bioscopen. Gedurende de jaren 1922-1936 gaf het bedrijf een eigen tijdschrift uit met de titel "Ons eigen tijdschrift' dat bestemd was voor trouwe klanten. Na de Tweede Wereldoorlog ging het slechter met het bedrijf. De concurrentie was moordend en daarnaast kregen buitenlandse bedrijven steeds meer vaste voet aan de grond. Ook kwam er vraag naar andere chocoladeproducten. In 1971 werd Van Houten & Zoon NV overgenomen door het Duitse bedrijf Leonard Monheim en werd de fabriek in Weesp gesloten.