Overzicht relaties

Krijgsraad van de Gewapende Burgerwacht te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Commissie van Organisatie der Gewapende Burgerwacht te Haarlem
Commissie van Algemene Administratie en Discipline van de Gewapende Burgerwacht te Haarlem
Krijgsraad van de Schutterij te Haarlem
Schuttersraad van de Schutterij te Haarlem
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1795
Einddatum
1815
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

In 1795 werd de schutterij opgeheven en vervangen door de Gewapende Burgerwacht. De Krijgsraad van de Gewapende Burgerwacht heette aanvankelijk Commissie van Organisatie der Gewapende Burgerwacht, later ook genaamd Commissie van Algemene Administratie en Discipline. In 1815 werd bepaald dat steden met meer dan 2500 inwoners een dienstdoende schutterij moesten hebben, terwijl in plaatsen met minder dan 2500 inwoners rustende schutterijen waren. In tijden van nood zouden dienstdoende en rustende schutterijen samengevoegd kunnen worden om als landstorm het vaderland te verdedigen. Mannen van 18-50 jaar waren schutterijplichtig. Na zeven jaren in de schutterij gediend te hebben kon men op verzoek uit de dienst worden ontslagen. In vredestijd werden alleen de dienstdoende schutters in de wapens geoefend. Het plaatselijk bestuur had toezicht en gezag over de schutterijen. Iedere dienstdoende schutterij had een krijgsraad, later schuttersraad. Deze zorgde voor de handhaving van de voor de schutterij geldende wetten en verordeningen. De onkosten van de schutterijen moesten worden opgebracht uit contributies te betalen door allen die niet tot de persoonlijke dienst in de schutterij waren opgeroepen. In 1827 kwam een nieuwe schutterijwet. Het onderscheid tussen dienstdoende en rustende schutterijen bleef, maar voortaan waren alleen nog mannen van 25-34 jaar schutterijplichtig. Iedere man van 25 jaar moest zich inschrijven, uit de ingeschrevenen werd geloot wie er in de schutterij moest dienen. De werkelijke diensttijd werd teruggebracht op vijf jaar, waarna men nog vijf jaar als reserve in de stamboeken werd ingeschreven. De schutterij werd gefinancierd uit de gemeentelijke kas en uit boeten en contributies door de schuttersraad te vorderen. De schuttersraad maakte een begroting (onderdeel van de gewone gemeentebegroting), deze werd door de gemeenteraad voorlopig vastgesteld en aan Gedeputeerde Staten gestuurd ter goedkeuring.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/abba0a7c-fd3a-4846-8acc-317bb085302a