Overzicht relaties

Mandenmakersgilde te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
ca. 1544
Einddatum
ca. 1759
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

Het Mandenmakersgilde had een altaar in de Grote Kerk, gewijd aan de H. Geest en de H. Cornelius en gelegen aan pilaar XVIII, aan de zuidzijde van het schip. De oudst bekende keur is die van 1629, waarop 31 januari 1664 een ampliatie is gegeven; een proef was voor het winnen van het gilde voorgeschreven. Een nieuwe ordonnantie is gemaakt op 9 september 1750 (K en O, II, 204), welke aangevuld is op 14 mei 1749 (K en O, II, 461) en waarvan het vijfde artikel veranderd is op 18 juli 1759 (Verv. K en O, II, 60). Het archief is op 15 augustus 1805 overgeleverd aan de Commissarissen over de neringen en handteringen. De gilden waren verenigingen van ambachtslieden van eenzelfde ambacht, aanvankelijk bedoeld ter onderhouding van hun altaar, later meer voor hun gemeenschappelijke belangen. De oudste gilden hadden een altaar in de Grote of Sint Bavokerk, waar missen ter nagedachtenis aan de overleden leden werden gelezen. Om tot een gilde toegelaten te worden was doorgaans een gildeproef vereist alsook entreegeld. In de keuren voor de gilden zijn meestal ook bepalingen opgenomen over de leerjongens, die moesten worden aangegeven. Het bestuur van een gilde bestond gewoonlijk uit deken en vinders. Veel gilden onderhielden een eigen bos ten behoeve van hun arme of zieke leden of tot het doen van uitkeringen bij sterfgevallen. Knechtsgilden zijn doorgaans alleen met dat doel opgericht. In de 'Keuren en Ordonnantiƫn der stad Haarlem', Haarlem 1751, komen resoluties van Burgemeesters voor betreffende de recognities, die de gilden moesten betalen aan het Arme Kinderhuis ( K en O, I, 86-89), daterende van 15 november 1660, 1 juli 1675 en 27 augustus 1735. Uit de laatste is op te maken, welke gilden toentertijd niet meer bestonden of niet aan deze recognitie bijdroegen. De gilden zijn in 1798 ontbonden, maar tot 1805 bestuurd door Commissarissen voor de ontbonden gilden, gewoonlijk de vroegere deken en vinders van het gilde.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/ca13a3c6-0802-4f52-93b1-fc77c0e7c558