Overzicht relaties

Metselaarsgilde te Haarlem

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Provisionele Commissarissen van het ontbonden Metselaarsgilde te Haarlem
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
ca. 1541
Einddatum
1805
Plaatsen
Haarlem
Geschiedenis

De metselaars hadden hun altaar in de Grote Kerk, gewijd aan de H. Barbara, aan pilaar III, aan de noordzijde van het Hoogkoor. De oudst bekende gildekeur, van januari 1541, is tevens voor de tegeldekkers. Op 27 november 1589, 23 juni 1609 en 5 januari 1638 worden ampliaties gegeven op de keur van het Metselaarsgilde. In de laatste wordt de proef uitvoerig omschreven en wordt ook gesproken van een bos voor de arme gildebroeders. Een ampliatie van 29 augustus 1663 is vooral gericht tegen de ongeregeldheden van de knechten, ook tegen die van het Timmermansgilde. Op 30 april 1750 is een nieuwe keur op het Metselaarsgilde gemaakt (K en O, II. 206), waarop een aanvulling is gegeven op 8 april 1789 (Ver. K en O, II, 280). De interdictie van 2 april 1754 (K en O, II, 473) om zonder toestemming van Burgemeesters de hand te slaan aan gebouwen buiten de stad, geldt weer zowel voor timmerlieden als metselaars. Deze interdictie is buiten werking gesteld op 14 juli 1763 (Verv. K en O, I, 76; II, 104). De metselaars hadden hun gildekamer in het Pand, waarvan de gevelsteen wordt bewaard in het Frans Halsmuseum. Ook een metselaarsgildeproef bevindt zich daar. Na 1798: Provisionele Commissarissen van het ontbonden Metselaarsgilde. De gilden waren verenigingen van ambachtslieden van eenzelfde ambacht, aanvankelijk bedoeld ter onderhouding van hun altaar, later meer voor hun gemeenschappelijke belangen. De oudste gilden hadden een altaar in de Grote of Sint Bavokerk, waar missen ter nagedachtenis aan de overleden leden werden gelezen. Om tot een gilde toegelaten te worden was doorgaans een gildeproef vereist alsook entreegeld. Veel gilden onderhielden een eigen bos ten behoeve van hun arme of zieke leden of tot het doen van uitkeringen bij sterfgevallen. Knechtsgilden zijn doorgaans alleen met dat doel opgericht. De gilden zijn in 1798 ontbonden, maar tot 1805 bestuurd door Commissarissen voor de ontbonden gilden.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/8dd55e41-c508-4be8-b114-4aedd20f552c