Op 20 november 1748 is op rekest van vele metselaarsknechts en opperluiden opgericht een Metselaarsknechtsbos ten behoeve van zieke leden en tot onderstand van nabestaanden bij overlijden. De keur voor deze bos is op 27 februari 1751 herzien (K en O, II, 439), en aangevuld op 2 augustus 1755 (Verv. K en O, II, 25), 19 januari 1757 (Idem, 65), 10 november 1757 (Idem, 70), 13 december 1760 (Idem, 85) en veranderd op 22 december 1762 (Idem, 118). Een nieuwe ordonnantie van 25 april 1766 (Idem, 165) is weer op 22 juni 1781 gewijzigd (Idem, 368) in verband met het verval van de bos.