De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) werd te Utrecht opgericht op 14 december 1931. In november 1932 werd deze organisatie omgezet in een stichting met als doel de "verwerkelijking van het nationaal-socialistisch staatsideaal in Nederland". De "Algemeen Leider" werd de enige bestuurder, bijgestaan door een slechts adviserende "Algemene Raad". De "Algemeer Leider" was ir. A.A. Mussert (1894-1946). "Algemeen Secretaris" werd C. van Geelkerken. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in april 1935 haalde de partij 7.91% van de stemmen, goed voor in totaal 44 zetels. In Noord-Holland lag het percentage met 9.64% boven het landelijk gemiddelde. Na het aan de macht komen van Adolf Hitler in Duitsland in 1933 ging de partij zich geheel richten naar het Duitse voorbeeld. Toen in mei 1940 Nederland bezet was ging de NSB nauw met de Duitsers samenwerken. Onder de NSB vielen diverse andere nationaal-socialistische organisaties: de Nationale Jeugdstorm, opgericht op 1 mei 1934 voor kinderen uit NSB-gezinnen; de Weer-Afdelingen, een paramilitaire organisatie, waarvan de leden geüniformeerd waren; het Nationale Dagblad, als dagblad van de NSB begon deze krant te verschijnen vanaf 2 november 1936, hoofdredacteur was M.M. Rost van Tonningen; de Stichting Winterhulp en Stichting Nederlandsche Volksdienst; het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen (NVV) en het Nederlandsche Arbeidsfront (NAF).