Overzicht relaties

Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst te Amsterdam

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Andere namen
Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst te Den Haag
Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden te Den Haag
Rijksmuseum voor Beeldhouwkunst en Kunstnijverheid te Amsterdam
Nederlandsch Museum voor Geschiedenis te Amsterdam
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1875
Einddatum
1927
Plaatsen
Amsterdam
Geschiedenis

Al in 1863 was op ministerieel niveau besloten tot de oprichting van een afzonderlijk Rijksmuseum van Vaderlandsche Oudheden. Maar eerst met het optreden van het - in 1874 - opgerichte College van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst werd aan het besluit uitvoering gegeven met de opening van het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst op 23 augustus 1875. Vele voorwerpen en collecties, die specifiek betrekking hadden op belangrijke personen en gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis, werden vanuit verschillende instellingen (waaronder het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden te Den Haag) samengebracht in een tijdelijke behuizing aan de Prinsegracht 71 te Den Haag. De leiding en het beheer van het museum was aanvankelijk in handen van het College van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Na enkele jaren werd besloten tot de instelling van een éénhoofdige directie. In 1880 en 1884 werd het bestuur uitgebreid met respectievelijk een onderdirecteur en tijdelijk (onbezoldigd) ambtenaar. De functie van directeur werd overigens in 1924 opgeheven. Het beheer van het museum ging naar de hoofddirecteur van het Rijksmuseum. Intussen was in Amsterdam de stichting van een nieuw Rijksmuseumgebouw voor Nederlands belangrijkste kunstverzamelingen tot stand gekomen. De bouw was in 1883 grotendeels voltooid. Het achterliggende idee achter het Rijksmuseum was het samenbrengen van alle nationale vormen van kunst. In 1878 werd besloten om het museum over te brengen naar het Rijksmuseum te Amsterdam. Op 15 januari 1883 sloot het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst de deuren en verhuisde naar het Rijksmuseum, waar het de beschikking kreeg over de oostelijke binnenplaats met de omringende zalen en de noordwestelijk gelegen zalen op de begane grond. In 1927 werd het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst gesplitst in het Rijksmuseum voor Beeldhouwkunst en Kunstnijverheid en het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis.

Beheer
Identificatiecode van de instelling
Noord-Hollands Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/c929b21a-3767-48f1-ac64-cc1c01b7324f