In 1940 kregen het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen (NVV), de christelijke en rooms-katholieke vakbonden Duitse controleurs. Het bestuur van net NVV werd afgezet, waarvoor in de plaats een commissaris kwam, de NSB'er H.J. Woudenberg. In 1941 kwamen ook de christelijke en katholieke vakbonden onder commissaris Woudenberg te staan. Organisatorisch werden die bonden geheel door het NVV overgenomen. In feite was de Nederlandse vakbeweging nu "gelijksgeschakeld". Met ingang van 1 mei 1942 ging krachtens Decreet van de Rijkscommissaris het Nederlandsch Arbeidsfront de functie van de vakbonden overnemen; deze organisatie was naar Duits voorbeeld opgericht.