In 1888 werd op initiatief van Johannes 'Pa' van der Steur en Gerard Velthuysen jr. de Nederlandsche Middernachtzending Vereeniging te Haarlem opgericht. Doelstelling van de vereniging was de verbetering van het zedelijk peil van de Nederlanders en in het bijzonder de bestrijding van de prostitutie. Men richtte zich daarbij niet op de prostituƩes, maar op de prostituanten waarbij getracht werd in woord en geschrift potentiƫle bordeelklanten te weerhouden van het bezoeken van een prostituee. De Middernachtzending was een streng christelijke vereniging met diverse afdelingen in het land, die haar leden (alleen mannen) vooral wierf onder het gewone volk. In 1909 trad de wet die het verbod tot onderzoek naar het vaderschap afschafte in werking. De Middernachtzending stichtte een jaar later 16 consultatiebureaus, die onderzoek naar het vaderschap verrichtten, vrijwillige contracten met de verwekkers afsloten en alimentatieprocedures voorbereidden. Na de invoering van de Zedelijksheidswet van 1911, waarin de bevordering van ontucht verboden werd, alsmede het houden van bordelen, keerde de vereniging zich tegen zedenloosheid in het algemeen. In 1948 fuseerde de vereniging met de, in 1884 opgerichte, Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn. De bond verrichtte haar werk met name onder prostituees en ongehuwde moeders. De nieuwe vereniging kreeg de naam Vereniging Zedenopbouw, later Hendrik Pierson Vereniging. In 1965 omgezet in Hendrik Pierson Stichting. Deze stichting ging in 1975 op in de Federatie van instellingen voor de Ongehuwde Moeder en haar Kind, kortweg FIOM.